Hoe werkt papierrecycling? 

Papierrecycling begint met het scheiden van papier van het overige afval. Alle soorten gebruikt papier en karton is bruikbaar, zo lang het maar niet vervuild is en geen metaal of plastic bevat.

Dat geldt voor oude kranten, tijdschriften, folders en gebruikt kantoorpapier, maar ook voor gebruikt karton van bijvoorbeeld dozen, eierdozen, wc-rollen en theeverpakkingen. Kartonnen zuivel- en frisdrankpakken kunnen dus niet bij het oud papier, want die bevatten een laagje plastic aan de binnenkant.

Van oud papier naar pulp
Het gebruikte papier belandt na de sortering bij de papierfabriek. Daar begint het recycleproces met het mengen van het papier met water. Er ontstaat een papierbrij, ook wel pulp genaamd. Uit de pulp wordt al het ongewenste vuil verwijderd, zoals plastic, nietjes, paperclips en alles wat de kwaliteit van het nieuwe papier negatief kan beïnvloeden. Daarna gaat de pulp in een machine die de inkt van de pulp scheidt. De pulp is nu klaar om als grondstof in te zetten voor het maken van nieuw papier in een papiermachine.

Na de recycling
Papier kun je tot wel zes keer hergebruiken. Bij ieder recyclingproces worden de vezels steeds korter en slapper en op een gegeven moment echt te kort om er nog kantoorpapier van te maken. Dat is het moment om de vezels te scheiden van de massa. Deze overgebleven materie van te korte papiervezels wordt papierslib genoemd.

Van papierslib naar duurzame energie
Ook dit papierslib kan worden gerecycled. Allereerst in de vorm van duurzame energie. De te korte vezels zijn namelijk uitstekend brandbaar. In een verbrandingsinstallatie kan er elektriciteit en warmte mee worden opgewekt. En omdat van tevoren alle vuil zoals plastic praktisch volledig is verwijderd, is de opgewekte energie die uit de verbranding voortkomt daarom ook volledig CO2-neutraal.

En daarna
Alles wat na verbranding nog overblijft is een as die voor een groot gedeelte uit krijt bestaat. En die kan weer dienen als grondstof voor de cementindustrie.